When life imitaties art (or movies)

Lamezia Terme airport.jpg

Op het vliegveld Lamezia Terme wachtend in de rij voor een huurauto vindt een Amerikaan dat hij wel even voor mag gaan. Misschien is het zijn opgezwollen buik die hem wat ongemak veroorzaakt, de temperatuur die hierbinnen zeker boven de 30° moet zijn of zijn zware ketting en hand vol met ringen waardoor hij meer haast heeft dan de andere wachtenden; hij loopt voorbij de rij druk pratend en gebarend naar zijn horloge. Zijn neef (ook behangen met meerdere 'juwelen') vraagt zijn uncle om toch vooral even geduld te hebben. Het accent - dat rechtstreeks uit het New Jersey van The Sopranos lijkt te komen - bezorgt een lach op mijn gezicht. Hele scenario's hebben we bedacht waar zij vanuit de States naartoe gaan. 'Familie' bezoeken natuurlijk....

Nou heb ik doorgaans een gruwelijke hekel aan voordringen, een typisch Nederlandse kwaal zeggen ze. Maar op dit vliegveld, in de teen van Italië en de streek bij uitstek waar de maffia lange tijd de dienst uitmaakte is dit gewoon een scene uit een Hollywood film of serie. Dat we hier zometeen, nadat we netjes op onze beurt hebben gewacht, in een auto stappen om in deze regio vakantie te vieren scheelt ook natuurlijk:-)

Die regio is Calabrië, nog steeds redelijk onontdekt door de massa en daardoor behoorlijk ongerept. Arm ook, het is nog steeds de armste streek van het land. Ooit brachten de Grieken en Romeinen hier beschaving, net als in de rest van Italië (en Europa) maar waar met name de Renaissance vooral het noorden verrijkte met pracht en praal werd het zuiden een beetje vergeten. En door de ligging, vlakbij Sicilië waar ergens halverwege de 19de eeuw de zogenaamde ’Ndrangheta ontstond, werd dit arme zuiden een zeer geschikte thuishaven voor deze misschien wel beruchtste tak van de maffia. Dit 'familiebedrijf' had er wel baat bij de regio arm te houden om zo zonder al teveel tussenkomst van de politie of overheid hun criminele zaken voort te kunnen zetten en uit te breiden over het vaste land (en de wereld).

Als toerist merk je verder niets van de nog steeds aanwezige maar sterk afnemende maffia. De verhalen en films die je kent geven de streek juist een extra, spannende, sfeer. Met een zee en stranden aan zowel de Thyreense als Ionische kant die niet onder doen voor de mooiste ter wereld, een heerlijk klimaat en landinwaarts een schitterend bergachtig en groen decor heeft Calabrië een natuurlijke rijkdom die de armoede haast onbegrijpelijk maakt. Ook komen er heerlijke producten als olijfolie, wijnen en een typisch pittige worst, 'njuda', vandaan (al moet ik bekennen dat ik noch mijn vriend deze geprobeerd hebben. Eén eet geen vlees, de ander geen varken). Op typische rode uien die hier al ruim 2000 jaar geproduceerd worden en uniek zijn in de wereld kom ik nog terug.

Zicht op Santuario Santa Maria dell’Isola vanaf Tropea’s Via Vittoria Emanuele

Zicht op Santuario Santa Maria dell’Isola vanaf Tropea’s Via Vittoria Emanuele

Tropea: Borgo dei Borghi 2021

Als we na een uurtje rijden in Tropea, uitgeroepen tot het mooiste dorp van Italië in 2021, aankomen begint onze vakantie echt. De schitterende ligging op een klif, smalle straatjes omzoomd door kleine palazzo's en verschillende pleintjes geven dit stadje een heel fijne sfeer. Loop vanaf de Via Vittoria Emanuele rechtdoor om aan het eind pas echt te zien hoe indrukwekkend de ligging is. Van zo'n 60 meter naar beneden kijkend kom je haast ogen te kort. Van links naar rechts zie je een klein kerkje (Santuario Santa Maria dell’Isola) op een kleine rotsige landtong de Thyreense zee ingaan. Verder aan de horizon zie je de Eolische eilanden (met onder andere de continu werkende vulkaan op Stromboli). En dan weer terug direct onder je een fantastisch strand aan een immens heldere, blauwe zee dat helemaal naar rechts doorloopt. Als je overigens van beneden naar boven kijkt lijken de rotsen waartegen de stad gebouwd is naadloos over te lopen in de gebouwen. Alsof de stad geheel gehouwen is uit steen. Nadat we ons hebben weten om te draaien van zoveel spectaculairs lopen we weer terug om een leuke lunchplek te zoeken. Al slenterend, vele souvenirwinkeltjes links en rechts latend voor wat ze zijn, zie je het ene na het andere mooie gebouw en schitterende doorkijkjes naar de zee. Het terras van Tre Fontane ligt ietwat weg van de hoofdstraat en daar strijken we uiteindelijk neer voor 2 heerlijke pasta's en glazen witte wijn. Een paar tafeltjes verderop zitten zowaar de Amerikanen van het vliegveld, hun familie woont wellicht hier in Tropea...wij fantaseren weer even verder hoe hun bezoek hier zal gaan verlopen.

Als je in Italië bent (of erover schrijft) dan is eten een (onlo)smakelijk onderwerp. Iedere streek heeft weer haar eigen 'prodotti tipici' waar je van kunt genieten en zoals al eerder genoemd heeft Calabrië bijzondere rode uien. Iets langer van formaat, zoeter van smaak en volgens de mensen hier boordenvol geneeskrachtige stoffen. Dit laatste zal ongetwijfeld waar zijn maar het gaat natuurlijk om de smaak en die is heerlijk! Toegegeven, ik houd van uien. In pasta's, soepen, salades en chutneys. Gelukkig is de Calabrische variant hier alom vertegenwoordigd op de menukaarten en ook mee te nemen naar huis want uiteraard maakt Tropea gebruik van haar naam als stad van de 'Cipolla Rossa'. Zat winkeltjes verkopen ze en de meeste restaurants verwerken ze in hun gerechten. Later gedurende onze trip door deze regio zouden we nog een keer terugkeren in Tropea om er heerlijk te lunchen bij Da Cecè en 's avonds van een moderne keuken te genieten bij Donna Orsola om vervolgens die avond af te sluiten met een cocktail bij Al Migliarese.

Nu zijn we echter nog onderweg naar onze bestemming voor de komende week.

We blijven deze trip vooral aan de kust en deze heeft aan de Thyreense zijde van de teen een naam die tot de verbeelding spreekt. Costa degli Dei ofwel Kust der Goden. Deze naam wordt gegeven aan het stuk van Pizzo (zo'n 30 km boven Tropea) tot aan Nicotera (zo’n 30 km zuidwaarts). Hier wisselen hoge rotsen en kliffen kleine baaitjes en slaperige dorpjes elkaar af. De stranden en zee zijn van een dermate schoonheid dat ze wereldberoemd zijn. Vooral de Capo Vaticano (een letterlijke kaap aan dit stuk kust) wordt bejubeld. Spaggia di Grotticelle is wellicht het meeste bekende stukje strand (eigenlijk zijn het meerdere strandjes naast elkaar). Iets verderop ligt de kleine strandplaats Santa Maria waar ons appartement zich bevindt. De enorme steile weg die we naar boven moeten om er te komen vergt redelijk wat kracht van onze auto en bezorgt ons behoorlijke zweetdruppels. Maar dan worden we vriendelijk ontvangen door een echte Italiaanse mama die ons in het Italiaans van alles verteld (al weten nog steeds niet wat precies) en ons naar ons plekje brengt vanwaar we het uitzicht zien...de Eolische eilanden en zelfs Sicilië kunnen we vanaf ons terras bewonderen! Santa Maria zelf heeft een lieflijk strandje met een leuke strandtent; Au Petit Suisse. Hier hebben ze prima salades, pasta's en visgerechten waarvan je kunt genieten terwijl je over de zee staart. Wij beginnen hier met een biertje aan het eind van deze eerste dag in Calabrië. De Eolische eilanden liggen nu rechts aan de horizon en links doemt het silhouet van Sicilië op, het besef dat je echt diep in het zuiden van Italië dringt nu tot me door!

Vanaf Lido Au Petit Suisse. Donder en regen boven Sicilië levert een plaatje op van een ware Italiaanse meester met penseel.

Vanaf Lido Au Petit Suisse. Donder en regen boven Sicilië levert een plaatje op van een ware Italiaanse meester met penseel.

Ik noemde al de stranden van Grotticelle en hier ben je in zo'n 10 minuutjes vanuit Santa Maria. Ik zal er meteen bijzeggen; de Italiaanse bedjes-met-parasols te huur, hutje mutje naast elkaar...ook hier is dat het geval.

Maar wel allemaal netjes en in het naseizoen is het er dermate rustig dat het echt geen straf is. En mocht je sowieso geen strandmens zijn zou ik er toch naartoe gaan. Bij Bar Eden (onderdeel van een Resort genaamd Eden Village) kun je heerlijk eten! Pesce Spada ofwel zwaardvis is ook een specialiteit uit de regio en staat op vrijwel iedere kaart. De pasta die ze hier serveren met deze vis, aubergines, tomaten en munt is verrukkelijk. Maar ook meerdere salades en andere visgerechten smaken heel goed. En ook hier weer met uitzicht op zee. Genti di Mare (van Umberto Tozzi) op de achtergrond en al die parasolletjes passen bijzonder goed bij die typisch Italiaanse sfeer. Als je er eens goed naar kijkt worden ze zelfs charmant.

Verder naar het zuiden aan deze Thyrreense kust, voorbij de Goden, bezoeken we een paar dagen later het plaatsje Scilla. Met het Castello Ruffo, dat prominent bovenaan een rots over de zee uitsteekt, bevindt één deel van de stad zich links en het andere rechts ervan. Waar het kasteel nu de wacht lijkt te houden over beide delen wordt gefluisterd dat dit vroeger het monster Scylla was dat met goedkeuring van Homerus op deze rots mocht wonen. Geen gebrek aan legendarische verhalen op plekken waar Grieken ooit voet aan de grond hebben gezet natuurlijk. Mocht Scylla er echter ooit gehuisd hebben dan waren er aan de linkerkant ongetwijfeld nog geen strand en restaurants aan een boulevard zoals nu het geval is. Net zo min als de huizen die aan de rechterkant direct vanuit de zee lijken te komen en onderling zijn verbonden door kleine kanaaltjes. In een van de straatjes naar boven toe, weg van de zee genoten we bij Osteria Del Centro van een heerlijk gevulde pasta met truffel en 2 goede glazen rode wijn. De zon schijnt uitbundig en we gaan heerlijk uitbuiken op het strand.

Iets verder naar het zuiden toe ligt Reggio Calabria, de grootste -en voormalig hoofdstad van Calabrië (vanaf 1970 is dat Catanzaro). De stad heeft een roerige geschiedenis waarin meerdere aardbevingen en WOII enorme verwoestingen aanrichtten. Zij moest nagenoeg vanaf de grond opnieuw opgebouwd worden. Net een beetje herstellende daarvan ging de stad in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw enorm gebukt onder heuse oorlogen tussen rivaliserende families binnen de ’Ndrangheta. Vanaf de jaren 90 heerst er echter steeds meer rust en heeft de stad een zeker elan kunnen herstellen en voortzetten. Al die dood en dat verderf van weleer is nauwelijks voor te stellen al lopend over de mooie promenade Lungomare Falcomatà. Met Sicilië en haar vaak rokende Etna duidelijk zichtbaar aan de overkant van het water en statige panden aan de andere kant is het een heel aangename stad om te bezoeken. Gescheiden door de Straat van Messina brengt een boottocht van zo'n 20 minuten je naar de stad Messina op het eiland. Wij blijven echter met onze voeten op het vaste land want zoals zo vaak komen wij op plekken aan rond lunchtijd. Op zoek dus naar een restaurant lopen we het centrum in. En bijna ongemerkt steig je terwijl je op een van de vele parallel straten slentert die vanaf het water omhoog gaan. Achterom kijkend zie je het het steeds mooier wordende uitzicht op het water en Sicilië. Misschien omdat de stad relatief jong is maar de bouwstijl is hier bijzonder.

Op een hoek ligt een restaurantje. Buiten staan 2 jongemannen hun sigaretje tegen de muur te roken (één been tegen de muur en met veel gebaren pratend). Een eerste blik naar binnen werpend zien we aan een tafeltje een vader (denken we) zijn zoon (ook een aanname) streng toespreken. Wanneer deze onze kant op kijkt, zijn strenge blik snel naar vriendelijk veranderd en ons naar binnen wenkt doen wij niet moeilijk. Want ook dit roept weer filmische beelden op. De ‘vader’ gaat vervolgens snel de keuken in en roept 2 van zijn ‘zonen’ erbij. Dat de pasta die we hier krijgen heerlijk en vers is is bijna vanzelfsprekend:-). Na nog wat uurtjes rondstruinen rijden we weer terug richting Santa Maria, onderweg nieuwsgierig hoe de hooggelegen dorpjes er uitzien. Een wandeling door de bergen zou zijn. De kust aan de zuid -en oostkant is.

Veel te kort, dat is mijn conclusie van deze eerste kennismaking met Calabrië. Hoewel het niet over de overvloed van mooie dorpen en steden als in Toscane beschikt, de pracht en praal van bijvoorbeeld Rome of een echt mondaine kustweg als die van Cinque Terre of Amalfi, de teen van Italië beschikt over een geheel eigen sfeer. Omzoomd door helder water, boordevol spannende verhalen en geschiedenis, heerlijk eten en nog zomers warm in oktober heeft het genoeg te bieden. Ik heb er geen familie nodig om de regio weer te bezoeken:-).

Previous
Previous

Roadtrippin’ USA

Next
Next

Oh Vienna…